Vlaams Parlementslid
Dankzij de versnelde uitbreiding van de ‘Gebieden Geen Archeologie’ (GGA) kaart zullen meer bouwprojecten in Vlaanderen vrijgesteld worden van een archeologisch vooronderzoek. Dit zorgt voor minder administratieve lasten en lagere kosten zonder dat belangrijke archeologische waarden verloren gaan. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister voor Onroerend Erfgoed Ben Weyts op een vraag van Vlaams parlementslid Gijs Degrande (N-VA): “Door deze uitbreiding zullen minder bouwprojecten geconfronteerd worden met een archeologienota en een archeologisch vooronderzoek. Dit betekent minder kosten en minder vertragingen voor bouwheren en ontwikkelaars. Een efficiënter vergunningstraject draagt bij aan een snellere en goedkopere realisatie van bouwprojecten.”
In 2022 werden twee onderzoeksprojecten opgestart: een eerste project met gegevens uit bodemsanerings- en OVAM-dossiers, en een tweede project waarin per gemeente diverse bronnen werden onderzocht.
Minister Weyts bevestigde dat de oplevering van deze projecten in een eindfase is beland. “Met de oplevering van deze relanceprojecten zal Vlaanderen, in de mate waarin de bronnen dit toelieten, beschikken over een gebiedsdekkende GGA-kaart,” aldus de minister.
Het juridische gevolg van de uitbreiding is duidelijk: werken waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en die volledig binnen een GGA-zone vallen, zijn vrijgesteld van de opmaak van een archeologienota en een voorafgaand archeologisch onderzoek. Dit bespaart bouwheren veel tijd en kosten, zonder dat archeologisch waardevolle sites in het gedrang komen. Met deze uitbreiding zet Vlaanderen een stap vooruit in het vereenvoudigen van bouwprocedures en het versnellen van ruimtelijke ontwikkelingen. De verwachting is dat met de finale oplevering in 2025, de GGA-kaart een belangrijke rol zal spelen in het verlagen van de drempels voor nieuwe bouwprojecten.
“Wanneer we de gebieden uitbreiden waarvoor geen archeologietraject nodig is, zullen minder omgevingsvergunningen geconfronteerd worden met de verplichting tot een archeologienota. Dit leidt tot een significante vermindering van de bouwkosten in die zones,” stelt Degrande.
De opmaak van de GGA-kaart gebeurt op basis van een breed scala aan bronnen, waaronder digitale hoogtemodellen, orthofoto’s, gegevens van de Vlaamse Landmaatschappij en het Agentschap Wegen en Verkeer, archeologische bronnen en bodemkundige studies. Daarnaast worden lokale erfgoeddiensten betrokken om het onderzoek verder te verfijnen.
Het onderzoek levert intussen al concrete resultaten op:
