Tientallen internationale CEO’s ondertekenen de Verklaring van Antwerpen. Ze slaan alarm over de toekomst van de Europese industrie. Terecht. Een versterking van de Europese concurrentiekracht is absoluut noodzakelijk. Hoewel de West-Vlaamse economie de brexit verrassend genoeg zonder grote kleerscheuren heeft doorstaan, leggen nieuwe alarmsignalen nieuwe diep liggende pijnpunten bloot. Daarom is het hoog tijd voor een nieuwe verklaring: de Verklaring van West-Vlaanderen.
West-Vlaamse ondernemers zijn bescheiden, maar trots. De nuchtere ondernemersmentaliteit van West-Vlaanderen is een keurmerk. We hebben fantastische jonge talenten die wereldwijd succes behalen, snelgroeiende techbedrijven die pionieren en grenzen verleggen en kmo’s die echte wereldspelers zijn. West-Vlaamse ondernemers worden geprezen als harde werkers die niet klagen, maar deure doen.
En toch sputtert de motor. Wat jarenlang tijdelijke werkloosheid was, is geëvolueerd naar een permanent tekort aan arbeidskrachten. En terwijl West-Vlaanderen ruimte op overschot heeft, is er nauwelijks nog beschikbare ruimte om te ondernemen. Tel daarbij de automatische loonindexering, het fiscale beleid van Vivaldi en de moeilijkheden op vlak van vergunningen en je krijgt een beeld van de remmende omgeving waarin onze dynamische ondernemers vast dreigen te rijden. Ondernemerschap botst op grenzen.
Over De schreve
Die grenzen mogen we ook letterlijk nemen. De schreve, die dwars door de Westhoek loopt en sinds de zeventiende eeuw de officiële grens tussen Vlaanderen en Noord-Frankrijk is, symboliseert een historische breuklijn.
Amper twintig jaar geleden werd West-Vlaanderen nog geroemd als een voorbeeld. Vandaag zijn de rollen omgedraaid. We zien een opmerkelijke industriële en economische heropleving rond de haven van Duinkerke. Twee batterijfabrieken zullen zich er binnenkort vestigen, de Franse overheid investeert in nieuwe kerncentrales en industriezones worden overal aangelegd. Deze economische groei oefent een enorme aantrekkingskracht uit. De afgelopen jaren openden verschillende West-Vlaamse bedrijven vestigingen over de grens.
De knipperlichten gaan op rood. Om West-Vlaanderen dé economische motor aan de Noordzee te maken, mogen we in geen geval teruggrijpen naar protectionisme zoals onze Franse buren. Producenten worden er vaak verplicht een productiefaciliteit te openen op Franse grond indien ze er willen verkopen. Produit de France of helemaal geen produit! Op die manier werken ze enkel de fragmentatie van de interne markt in de hand. Terwijl onze welvaart er net mee samenhangt.
Een sterke interne markt verdraagt geen oneerlijke concurrentie, maar vereist versterkte samenwerking . De ontwikkeling van een economisch netwerk met sterke clusters over de schreve heen brengt expertise samen en verankert de productiviteit aan beide zijden. Hierop moet ons onderwijssysteem inspelen door gepaste opleidingen te voorzien. Verder is het dringend noodzakelijk om de logistieke infrastructuur, transportverbindingen en mobiliteit op elkaar af te stemmen. Het opzetten van grensoverschrijdende, regelluwe proeftuinen kan bijvoorbeeld innovatie in onze provincie stimuleren.
De ontwikkelingen in Noord-Frankrijk?
Tijd om die aan te grijpen om vooral zelf een versnelling hoger te schakelen. Ook politiek. Samenwerken over de schreve is trouwens geen nieuw concept. Integendeel, eeuwenlang hebben we niets anders gedaan. We hoeven niet vanaf nul te beginnen, maar kunnen voortbouwen op diepgewortelde historische, culturele en economische banden. Is dat geen mooie opening voor een krachtige Verklaring van West-Vlaanderen? Voor ondernemerschap, ver over de schreve.